①
Gas boilercontroleer of de gasdruk normaal is, niet te hoog of te laag, en open de olie- en gastoevoer;
â¡ Controleer of de waterpomp gevuld is met water, open anders het ontluchtingsventiel totdat de pomp gevuld is met water. Open elk deel van het watertoevoersysteem (inclusief de voor- en achterkant van de pomp en het watertoevoerdeel van de ketel);
⢠Controleer de waterniveaumeter, het waterniveau moet in de normale positie staan, de waterniveaumeter en de kleurplug van het waterniveau moeten in de open positie staan om een verkeerd waterniveau te voorkomen, als er watertekort is, kan het water handmatig worden gevuld;
⣠Controleer de kleppen op de persleidingen, deze moeten open staan en alle windgeleiders op het rookkanaal moeten open staan;
⤠Controleer of elke knop op de schakelkast in de normale stand staat;
⥠Controleer of het uitlaatventiel van de
Gas boilermoet gesloten zijn en de uitlaatklep van de circulatiewaterpomp van de warmwaterboiler moet ook gesloten zijn;
⦠Controleer of de wateronthardingsapparatuur normaal werkt en of de verschillende indexen van het geproduceerde zacht water voldoen aan de nationale normen.